Begrijp je hen
de vliegers, springers, dromers
die koeien zien als vlekjes
op de zwaar verkrachte aarde
de daken plat en kruinen grijs
en alles staat in vakjes
die juichen als ze vallen
en treuren als ze staan
die stijgen, duiken, dalen, landen
om aan te komen waar wij al zijn
bij de mens, gemaakt
om te zweven op de grond
stadsgedicht nr. 3
(in Schaffen)