de dame en de heer

de dame en de heer zij ontmoeten elkaar
op het plein nabij de holle griet
de dame is niet groot en de heer is niet beroemd
zij zagen elkaar in het echt nog nooit
de heer is blij dat de dame een dame is
de dame is vrij van verwachten
want dat deed ze vroeger al te vaak

de dame en de heer zij stappen openbaar
voorbij de bibliotheek van steen en papier
de dame is nieuw in deze stad en de heer oud
zij voelen de warmte van de zon
de heer probeert te praten over werken
de dame denkt aan eten
want dat deed ze vroeger al te vaak

de dame en de heer zij kijken naar
de vogels in het bekken van het moeras
de dame is verrast door de bloemen en de heer ook
zij gaan zitten op de bank
de heer vraagt of hij haar mag zoenen
de dame vraagt niks terug
want dat deed ze vroeger al te vaak

de dame en de heer zij zijn klaar
met het zoeken naar een halve maan
de dame is rustiger dan ooit en de heer nerveus
zij zullen deze dagen niet vergeten
de heer bedankt haar voor de tijd
de dame wil niet alleen sterven
want dat deed ze vroeger al te vaak

stadsgedicht nr. 15