Vluchten

De terminal is eindig, men kan aan de rand
gaan staan en naar niks kijken,
het grote niks, de lucht
Er wordt nergens meer gewacht
We komen aan, met bussen
en bewijzen wie we zijn, waar we naartoe gaan
anders zijn we beter niet
De bestemming is de hemel, uiteindelijk
Of proberen een glimp op te vangen van de piloot
En dan onszelf vastklemmen, luisteren naar het licht
De vermoeide zakenman niet meer
verwonderd over vliegen haalt slaap in
De vermoeide baby nog niet
verwonderd over vliegen haalt slaap uit
En we zitten en we zwijgen
Het is zo ontzettend koud buiten
maar geen nood, dit tuig
snijdt wolken kapot en volgt vurig de juiste procedures
We zijn veilig en krijgen gratis wat water en een glimlach
van de gladgestreken houders
die we graag mogen negeren.
Er wordt geen aardigheid verwacht, ze blijven luchtig verderrollen
Kom, land nu maar gewoon
We willen nog wat tijd
om na te denken over onze volgende vlucht
ons voortdurend gereis
en dat ons dat fataal genoegen schenkt